Opdrachten voor de MEEr-groep
Tijdens mijn jaar werken bij de MEEr-groep heb ik het genoegen gehad om verschillende mooie verhalen te mogen schrijven: diepte-interviews, korte artikelen, nieuwsberichten en ook heb ik meegewerkt aan content voor het Jaarbeeld. Op de volgende pagina’s zijn hier een aantal voorbeelden van te lezen.
Mocht je op zoek zijn naar een specifiek verhaal, kan dat ook via de menubalk.
‘Door mijn hulp durfde ze weer naar buiten te gaan’
Mantelzorgers hebben vaak weinig tijd voor zichzelf, omdat ze druk aan het zorgen zijn voor anderen. Maar wie zorgt er voor hen? En wie zorgt dat zij ook fijne rustmomentjes hebben gedurende hun drukke week? Daarvoor zijn er mantelzorgvrijwilligers. Amina Osmani werkt al tien jaar als vrijwilliger en is blij dat ze mensen kan helpen, vooral zij die het hard nodig hebben.
‘Voor mij is helpen een kleine moeite. Maar voor mantelzorgers maakt dit een heel groot verschil.’ Amina helpt elke dinsdag een alleenstaande 91-jarige vrouw met simpele taken. ‘Wij doen bijvoorbeeld samen boodschappen of maken een wandeling. Verder praten we veel, dat vind ik het allerleukst en op die manier heeft haar mantelzorger even tijd voor zichzelf.’
Mantelzorgers ondersteunen door een tijdje bij een zorgvrager te blijven is erg dankbaar werk. ‘Ik hoor heel vaak: ‘gelukkig bestaan jullie’ of ze zeggen hoe dankbaar ze zijn voor het werk wat ik doe, daar word ik heel blij van.’ Amina ziet zichzelf het vrijwilligerswerk daarom ook nog jaren doen.
Voordat de vrijwilligster haar 91-jarige cliënt bijstond, heeft ze een andere mevrouw acht jaar lang thuis geholpen. Dat was niet altijd even makkelijk. ‘Ze durfde niet naar buiten. De gordijnen waren altijd dicht.’ Amina vertelt dat de vrouw de Nederlandse taal niet machtig was en dat dit misschien de reden was voor haar angst. Maar de hele dag binnen blijven was volgens Amina geen optie. ‘Ik heb haar gemotiveerd om meer naar buiten te gaan en soms een gesprekje aan te knopen met mensen. Ook heb ik haar geadviseerd om Nederlands te leren en ben ik zelfs meegegaan naar de Nederlandse cursus.’ Dit gaf haar veel kracht. Nu gaat mevrouw wel naar buiten en ook alleen. ‘Dankzij mijn hulp komt ze weer buiten en spreekt ze zelf een beetje Nederlands, ik ben zo blij dat ik haar heb kunnen helpen.’
De mevrouw is uiteindelijk verhuisd, toen heeft Amina afscheid moeten nemen. ‘Dat is erg lastig, ik vond het moeilijk om te accepteren dat ik haar niet meer ga zien. Maar gelukkig hebben we af en toe nog telefonisch contact.’
Voor haar als vrijwilligster is dat het lastigst van het werk, het afscheid nemen. Of als je aan iemand ziet dat het lichamelijk of mentaal echt niet meer gaat. Zo zegt de 91-jarige mevrouw die ze wekelijks helpt, soms dat ze ‘op is’. Dat raakt Amina, want ze bouwt toch een band op met de mensen.
Volgens Amina is het belangrijk om te onthouden waar je het vrijwilligerswerk voor doet, namelijk mensen helpen. ‘Het is leuk werk en een kleine moeite. Een paar uur per week een mantelzorger ondersteunen door een uurtje door te brengen met degene waar ze voor zorgen, is al een groot gebaar. En voor hen maakt het een wereld van verschil.’ Ze is dankbaar dat ze mensen blij kan maken en kan motiveren. Ze hoopt het werk zo nog jaren voort te kunnen zetten. Amina hoopt daarnaast dat anderen er ook voor openstaan om vrijwilliger te worden: ‘We hebben altijd meer mensen nodig, jullie zijn erg welkom.’
Wil jij ook vrijwilliger worden om een mantelzorger te ontlasten? Neem dan contact op met een van de mantelzorgvrijwilligerscoördinatoren van Uithoorn voor Elkaar. Ze vertellen je graag vrijblijvend meer over alle mogelijkheden die er zijn om een uurtje – of een paar uurtjes – bij een zorgvrager te blijven zodat de mantelzorger even tijd heeft voor zichzelf.
Interviews voor interne campagne Wij zien jou over de expertise van collega’s en het verschil dat zij maken binnen de organisatie
#Wijzienjou: ‘Ons doel was onze cliënt uit deze situatie halen en haar een eigen plek geven, dat is gelukt’
Deze keer in #Wijzienjou: Raymond Deux.
Raymond Deux is onafhankelijk cliëntondersteuner, trainer en aandachtfunctionaris seksueel en huiselijk geweld bij MEE Dichtbij. Hij werkt voornamelijk op locatie Zaandam. Met al zijn kennis, expertise en ervaring versterkt hij ons bedrijf élke week weer.
Voordat je verder leest en kijkt, een trigger warning: Dit interview en de video bevatten beschrijvingen van huiselijk en seksueel geweld en kindermishandeling. Lees verder met voorzichtigheid.
Voor iedereen bereikbaar
Raymond vindt de vrijheid binnen het werk erg fijn. ‘Je kunt je eigen tijd indelen, en dat is ontzettend prettig.’ Ook is hij blij met MEE als ‘platte organisatie’, geen hiërarchisch gevoel, maar iedereen op één lijn. Daarom is Raymond ook voor iedereen bereikbaar. ‘Collega’s kunnen mij bellen, mailen, appen, sms’en, ik ben beschikbaar via alle communicatiekanalen.’
De functie aandachtfunctionaris
Raymond is naast cliëntondersteuner en trainer, ook aandachtfunctionaris huiselijk en seksueel geweld. Hier horen verschillende taken bij. ‘Als aandachtfunctionaris blijf ik op de hoogte van de recentste ontwikkelingen rondom huiselijk en seksueel geweld. Deze informatie hou ik up to date houdt voor collega’s. Het is erg belangrijk om deze kennis te delen.’
Raymond probeert andere collega’s te activeren ‘om hun voelsprieten uit te steken’ als zij werken met cliënten waarbij sprake is van huiselijk of seksueel geweld of kindermishandeling. ‘Wij zijn ook een soort controlepunt en bieden uiteraard ondersteuning aan collega’s. Het is namelijk heel menselijk dat kindermishandeling, huiselijk of seksueel geweld je aan het hart gaat en dat het wat met je doet. We moeten alleen niet vergeten dat wij naast de cliënt staan en dat wij officieel geen hulpverlener zijn.’
‘Zaken worden complexer. Ik merk dat de doelgroep van MEE, mensen met een beperking, vaak niet worden geloofd door andere organisaties.’
Raymond merkt dat collega’s zich vaak erg verantwoordelijk voelen voor hun cliënten en dat mag natuurlijk ook. Maar voor een directe aanpak of voorkoming van huiselijk of seksueel geweld nemen andere organisaties die een regisserende rol hebben het over, zoals Veilig Thuis.
Pas jij de Meldcode ook toe?
Daarnaast benadrukt Raymond hoe belangrijk de Meldcode* is. Dit is een protocol dat gevolgd moet worden als er vermoedens zijn van huiselijk en seksueel geweld bij cliënten. ‘Ik merk vaak bij collega’s dat ze al vele stappen vooruit zijn, maar ze moeten even één stap achteruit en bij code 1 van de meldcode beginnen om dingen in kaart te brengen.’
Zaken worden namelijk complexer, volgens Raymond. ‘Zeker als het gaat om onze doelgroep bij MEE, mensen met een beperking. Ik merk dat zij vaak niet worden geloofd door andere professionals en organisaties. Het is daarom goed om signalen op tijd in kaart te brengen.’ Als de meldcode op tijd doorlopen wordt, kan de situatie aangekaart worden bij hulpverleners die bij de cliënt betrokken zijn.
Zo kan er meteen actie ondernomen worden. Als er namelijk eerder actie ondernomen was bij Raymonds cliënt, had het huiselijk geweld en misbruik jaren eerder kunnen stoppen.
‘Voor mij en mijn collega was het meteen duidelijk dat zij de waarheid sprak. Toen we dat aan haar lieten merken, liet zij ook steeds meer los over de situatie waarin zij zich bevond.’
Raymonds succesverhaal
Het succesverhaal van Raymond begint met een 40-jarige vrouwelijke cliënt en een schokkend verhaal. Ze schuift aan bij Raymond en zijn collega in het kantoor van Zaandam en vertelt dat ze al jarenlang mishandeld en misbruikt wordt door haar ex-partner. Ze komt al meerdere jaren bij het Sociaal Wijkteam in gemeente Zaanstad met haar verhaal – er is zelfs een dossier voor haar aangemaakt – maar ze werd iedere keer weer weggestuurd, want niemand geloofde haar verhalen. Toen besloot zij zichzelf bij MEE aan te melden.
‘Voor mij en mijn collega was het meteen duidelijk dat zij de waarheid sprak. Toen we dat aan haar lieten merken, liet ze ook steeds meer los over de situatie waarin zij zich bevond.’ De vrouw blijkt drie kinderen met deze meneer te hebben, die voortgekomen zijn uit verkrachting. Diezelfde ochtend dat mevrouw bij MEE langskwam, had haar ex-partner haar nog misbruikt. Het was dus nodig om dírect actie te ondernemen.
‘We zijn meteen aan de slag gegaan en hebben ‘Veilig Thuis’ gebeld. Helaas konden zij ons niet verder helpen,’ vertelt Raymond. Veilig Thuis wilde namelijk dat Raymond en zijn collega eerst de ex-partner van mevrouw zouden inlichten, voordat zij in actie kwamen. ‘Dat is erg gevaarlijk, als we namelijk van tevoren aankondigen aan haar dader - haar ex-partner dus -dat mevrouw uit huis gehaald wordt, weet je nooit wat de gevolgen kunnen zijn voor je cliënt.’
De werkwijze van Veilig Thuis was te riskant en dus besloot Raymond de Blijf Groep te bellen, zij gingen akkoord met de uithuisplaatsing. De volgende dag heeft de Blijf Groep mevrouw al uit huis kunnen krijgen. Ze heeft ongeveer een jaar bij de Blijf Groep gewoond. Haar kinderen woonden al bij een pleeggezin, dus daar hoefde Raymond zich gelukkig geen zorgen over te maken.
‘Vervolgens hebben we anderhalf jaar stevig ingezet op hulpverlening en de hulpverleners blijvend gemotiveerd om onze cliënt te helpen’, legt Raymond uit - en dit had goede resultaten. ‘Zij heeft nu een eigen woning en begeleiding. Ze zal voor de rest van haar leven begeleiding nodig hebben. Misschien gaat het toch nog een keer mis, omdat ze niet helemaal zelfstandig is. Maar ons doel was wel: mevrouw weghalen uit deze situatie en haar eigen plek geven.’ Raymond glimlacht: ‘En dat is gelukt, dus als we het hebben over een succesverhaal, dan is deze zaak dat zeker voor mij.’
#Wijzienjou: ‘Positieve aandacht en samen uitkijken naar een betere toekomst is belangrijk, dat zijn mijn cliënten vaak niet gewend’
Deze keer in #Wijzienjou: Bas de Jong. Bas is onafhankelijk cliëntondersteuner bij het dak- en thuislozenteam in Amsterdam. Met zijn kennis en expertise op gebied van contact maken en plaatsing van de dak- en thuislozen versterkt hij onze organisatie elke week opnieuw.
Bij MEE wordt er veel gedaan
Bas heeft altijd met de doelgroep dak- en thuislozen gewerkt. Op zijn negentiende begon hij bij HVO Querido. Daarna heeft hij heel kort bij Jellinek gewerkt, maar dit paste niet helemaal bij hem. ‘Ik zocht iets anders, een organisatie waarin je meer mogelijk kan maken. Toen vond ik MEE, een platte organisatie met open communicatie en korte lijntjes – hier kan veel gedaan worden.’
Complexe problematiek
Bas is geïnteresseerd in psychiatrie – en uiteraard ook, hoe je een cliënt het best kunt ondersteunen hierin. Dit is niet altijd eenvoudig. Het werken met dak- en thuislozen brengt veel uitdagingen met zich mee: ‘Elke dak- of thuisloze cliënt heeft tot op een bepaalde hoogte trauma meegemaakt. In 80 tot 90 procent van de gevallen is er een bepaalde vorm van misbruik geweest in de jeugd of daarna, heb ik gemerkt vanuit mijn eigen ervaring met mijn cliënten.’ En volgens hem loop je dan ook nog de nodige extra trauma’s en stoornissen op door een leven op straat. Door hun constante ‘overlevingsstand’, is het soms lastig om contact te krijgen met hen.
Los van de trauma’s en psychische stoornissen die cliënten ontwikkelen, blijkt het ook erg lastig om deze mensen bij een opvang te plaatsen. ‘Er zijn ontzettend veel afwijzingsgronden. Het gebeurt vaak dat er een aanvraag van een cliënt afgewezen wordt en wij weer aan de slag moeten met een ander plan van aanpak.’
‘Het gebeurt regelmatig dat ouders hun kinderen – zonder dat er wat mis is met ze - uit huis trappen nadat zij 18 jaar zijn geworden, want dan ontvangen de ouders geen toeslagen meer.’
Jeugdige cliënten
Bas werkt regelmatig met jeugdige cliënten die op straat zijn komen te staan. Het lijkt dat hierin een stijging te zien is. ‘Wat opvalt is dat de wachtlijsten overal langer worden. Daarbij is het positieve nieuws dat wij bij andere organisaties steeds bekender worden en er dus ook meer cliënten bij ons worden aangemeld voor hulp.’ Hij benadrukt dat niet al deze jongvolwassenen al jaren op straat leefden: ‘Het gebeurt regelmatig dat ouders hun kinderen – zonder dat er wat mis is met ze - uit huis trappen nadat zij 18 jaar zijn geworden, want dan ontvangen de ouders geen toeslagen meer.’
Positieve aandacht
Op de vraag wat MEE voor deze jeugdige cliënten kan doen om ze weer op het juiste pad te brengen, heeft Bas meerdere antwoorden: ‘In een gesprek is het belangrijk dat je in eerste instantie goed luistert met een open houding. Daarnaast is het essentieel om een veilig gevoel te creëren bij de cliënt. Bedenk niet van tevoren een script, want dat hebben ze zo door.’ Bas voegt toe: wees ook duidelijk en direct over wat je wel en niet kunt bieden – creëer geen valse hoop. Een ander cruciaal onderdeel van het gesprek, is het geven van positieve aandacht. ‘Positieve aandacht is erg belangrijk, dat zijn mijn jeugdige cliënten heel vaak niet gewend. Samen kunnen de cliënt en ik uitkijken naar de leuke dingen, naar een betere toekomst.’
‘Ze was diep in de mensenhandel beland en werd het hele land doorgesluisd – van loverboy naar loverboy.’
Bas' succesverhaal
Bas' succesverhaal begint bij een jonge meid van 18. Ze kwam helemaal verwilderd bij hem binnen en had inmiddels al drie hulpverleners ‘versleten’ in een halfjaar. ‘Ze was erg manipulatief in de omgang. Dit was overigens een overlevingsmechanisme voor alles wat ze tot nu toe had meegemaakt. Ze was diep in de mensenhandel beland en werd het hele land doorgesluisd – van loverboy naar loverboy.’
In de omgang kon ze agressief zijn, vertelt Bas. Ze was niet op haar mondje gevallen. Langzamerhand bouwde hij een band met haar op. Door strakke grenzen werd het contact met haar beter. ‘Een regel was bijvoorbeeld dat we het niet over financiën gingen hebben, want als je haar een vinger geeft, trekt ze je hele arm eraf. Dus soms als we belden en ze begon weer over financiën zei ik: ‘Of we gaan het ergens anders over hebben, anders hang ik nu op.’ Die strakke grenzen kon ze wel waarderen.’
Na een lang proces is het gelukt om haar in een opvang te plaatsen en gaat het goed met haar. Ze zit binnen en is nog steeds veilig. ‘Na afsluiting van ons traject, belde ze nog weleens. Dan vroeg ze bijvoorbeeld: ‘Ik krijg nu een appje van die en die, wat vindt jij hiervan? Moet ik hierop reageren of niet?’ Voor haar is het ontzettend lastig om te bepalen welk contact wel en niet goed is, omdat ze dit nooit heeft geleerd. Ook niet vanuit haar familie.’ Het gaat met vallen en opstaan, maar het gaat goed met haar volgens Bas: ‘Ze wilde zelf ook graag in een opvang geplaatst worden en haar leven beteren. Dat ze daar zelf achterstaat is het allerbelangrijkst.’
--------------
Staatssecretaris Vicky Maeijer bezoekt MEE
Op woensdag 19 maart bracht Vicky Maeijer, staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg, een werkbezoek aan MEE Dichtbij in Utrecht. Ze sprak met cliënten, cliëntondersteuners en ervaringsdeskundigen van MEE om zo meer inzicht te krijgen in de betekenis van cliëntondersteuning en de inzet van ervaringsdeskundigen in de praktijk.
De staatssecretaris sprak onder andere met Haja, moeder van de 21-jarige Abdoulai, die een ernstige meervoudige beperking heeft. Door het complexe zorgsysteem vond Haja lange tijd geen passende ondersteuning. MEE-cliëntondersteuner Gaby hielp haar bij het regelen van betaalbare zorg, dagbesteding en logeermogelijkheden.
Haja legde uit: ‘Het was zwaar, vooral tijdens de coronatijd. Ik kon toen geen vervoer regelen voor mijn zoon naar zijn dagbesteding. Gaby heeft dat wel voor elkaar gekregen, dat gaf veel rust.’ Gaby vulde haar vervolgens aan: ‘Ik vraag hetzelfde als ouders, maar als cliëntondersteuner gaat het vaak sneller en gemakkelijker.’
Inzet van ervaringsdeskundigen
Naast professionele ondersteuning zet MEE ook ervaringsdeskundigen in. Zij begrijpen de uitdagingen van cliënten vanuit eigen ervaring, wat zorgt voor herkenning, begrip en nieuwe inzichten. Joek, ervaringsdeskundige op het gebied van huiselijk en seksueel geweld, vertelde: ‘Ik heb een jonge vrouw geholpen, die het leven niet meer zag zitten en al bezig was met een euthanasietraject. Na meerdere gesprekken had ze weer hoop en stopte ze met het traject. Ervaringsdeskundigen winnen sneller het vertrouwen van cliënten, waardoor deze eerder openstaan voor professionele zorg- en hulpverlening en ondersteuningstrajecten korter verlopen.’
De aanwezige ervaringsdeskundigen gaven aan hun bijdrage erg waardevol te vinden als aanvulling op het werk van de professionele cliëntondersteuner. Zij halen ook zingeving uit het werk. Het enige feit waar zij allemaal tegen aanlopen, ongeacht hun expertise, is ‘star beleid’ binnen de zorg. Joek drukte de staatssecretaris daarom op het hart om de inzet van ervaringsdeskundigheid meer serieus te nemen.
Domeinoverstijgende cliëntondersteuning
Het werkbezoek eindigde met een rondetafelgesprek over domeinoverstijgende cliëntondersteuning. Esselien de Leeuw, bestuurder van MEE Dichtbij en voorzitter van MEE NL, benadrukte het belang hiervan: ‘Als MEE pleiten we ervoor om cliëntondersteuning onder één wet te laten vallen en daarbij de financiering door het Rijk te laten verstrekken, maar deze wel lokaal te uit te voeren, dichtbij de inwoner. Hiermee wordt cliëntondersteuning onafhankelijk van gemeenten en zorgkantoren. Binnen deze wet moeten ook kwaliteitskaders voor cliëntondersteuning worden vastgesteld. Cliëntenondersteuning kan dan effectiever worden ingezet en nóg meer kosten voorkomen voor zorg en welzijn.’
Momenteel is cliëntondersteuning verdeeld over de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Financiering vindt plaats vanuit gemeenten (Wmo), zorgkantoren (Wlz) en het Rijk (gespecialiseerde cliëntondersteuning). Dit leidt tot gefragmenteerde organisatie en discontinuïteit van zorg. Daarbij is de mogelijkheid en kwaliteit van de ondersteuning voor mensen, die deze nodig hebben, afhankelijk van de gemeente waarin ze wonen.
Ouder- en kindadviseurs maken hét verschil in de preventie: ‘Wij zijn metéén inzetbaar om ouders en kinderen te ondersteunen, er is geen wachtlijst of lang aanmeldingsproces.’
Elk gezin heeft zijn uitdagingen. Kinderen kunnen dan onrustig gedrag vertonen of zich juist terugtrekken in de klas of op de groep. Als ouders, leerkrachten of medewerkers van de kinderopvang moeite hebben met het gedrag of vastlopende emoties van een kind, nemen zij contact op met de Ouder- en kindadviseurs. In de gemeente Uithoorn zijn dat Ilona, Anne en Jet van Uithoorn voor Elkaar. ‘Wij zijn een laagdrempelige ingang voor ouders als het moeilijk is thuis’, legt Ilona uit, ‘In een paar gesprekken kunnen wij het gezin weer op weg helpen.’ De Ouder- en kindadviseurs zijn ook een vraagbaak en sparringpartner voor scholen, kinderopvang en andere samenwerkingspartners over wat beschikbare passende zorg voor kinderen.
Ilona, Jet en Anne benadrukken het belang van hun rol, vooral gezien de lange wachtlijsten binnen de zorg: ‘Wij zijn snel bereikbaar, makkelijk inzetbaar en heel toegankelijk.’ De Ouder- en kind adviseurs bouwen een vertrouwensband op met het gezin. De ouders weten hen altijd te vinden als ze opvoedingsondersteuning nodig hebben of behoefte hebben aan een gesprek.
Scheiding van ouders een groot thema
Een goed voorbeeld van deze vertrouwensband was toen Anne drie jaar geleden contact had met een stel ouders over opvoedingstechnieken. Dit contact was heel zinvol waardoor dezelfde ouders onlangs weer aanklopten voor hulp bij een ander moeilijk onderwerp: hun scheiding. Anne vertelt: ‘Het was nog heel vers en emotioneel voor hen, maar de ouders maakten zich vooral zorgen over de kinderen. Ze liepen rond met moeilijke vragen: hoe vertellen we de kinderen dit en wat zijn de gevolgen?’ Ilona voegt toe: ‘Het belangrijkst is dat zij samen de boodschap aan de kinderen geven en daarbij duidelijk zijn dat de liefde voor hen altijd blijft. En ook wat hetzelfde blijft.’ Na enkele gesprekken met de ouders, voelden zij zich sterker en waren ze klaar om hun kinderen het moeilijke nieuws te vertellen. Deze preventieve hulp draagt bij aan een goed onderling contact en aandacht voor de kinderen, zodat de kinderen ondanks de scheiding prettig kunnen opgroeien en ontwikkelen.
Scheidingen van ouders is een groot thema voor de Ouder- en kindadviseurs en de cijfers bevestigen dit. Meer dan 1 op de 3 huwelijken strandt en dus zal dit een belangrijk thema blijven. Het is dan heel waardevol om vroegtijdig in dit proces bij ouders aan te kunnen sluiten.
Één laagdrempelige voordeur
Het team benadrukt het belang van één ‘centrale voordeur’, een brede ingang voor laagdrempelige zorg, zoals Uithoorn voor Elkaar. Wij pleiten voor verbreding van het voorveld en preventie. ‘Als je deze voordeur namelijk weghaalt of versmalt, verzwaart de zorg direct. Je moet gezinnen dan sneller doorverwijzen en het kind gaat dan rap een zorgtraject in met de ouders, of in therapie en dat is vaak niet nodig.’ Door op tijd met ouders aan de slag te gaan richten we ons op “normaliseren” en verleggen we de focus en verantwoordelijkheid van kinderen om het “probleem” op te lossen naar de ouders.
‘Als er problemen spelen thuis, laat het kind vaak het ‘alarmpje rinkelen’ voor het hele gezin, dit brengt het proces in gang’, legt Ilona uit. Vaak zijn een aantal gesprekken voldoende om het gezin te helpen en wordt erger voorkomen: ‘Iedereen kan nieuwe inzichten krijgen en leren hoe met nieuwe fases van een kind of een gezin om te gaan. Wij zijn slechts passanten, maar geven ouders nét de tools of gebruiksaanwijzing die ze nodig hebben, om een andere aanpak te kiezen voor hun kinderen en het gezin verder te helpen.’
Uithoorn voor Elkaar
Inwoners van Uithoorn kunnen binnenlopen bij Uithoorn voor Elkaar met hun vragen. En niet alleen bij Ouder- en kindadviseurs. Uithoorn voor Elkaar is één voordeur waar meerdere disciplines integraal met elkaar samenwerken, zoals maatschappelijk werkers, onafhankelijke cliëntondersteuners, vrijwilligers, ouderenadviseurs, sportcoaches, mantelzorgconsulenten, etc. Inwoners worden niet doorverwezen, maar meteen aan de hand genomen naar de best passende hulp. Dat kan ook bijvoorbeeld het financieel café zijn, een training, voorlichting of een (sport)activiteit. Deze sterke samenwerking is volgens Anne, Jet en Ilona de kracht van Uithoorn voor Elkaar.


