'Niet toekijken, maar vertellen – verhalen die iets in beweging zetten'  


 

#Wijzienjou: ‘Positieve aandacht en samen uitkijken naar een betere toekomst is belangrijk, dat zijn mijn cliënten vaak niet gewend’

Deze keer in #Wijzienjou: Bas de Jong*. Bas is onafhankelijk cliëntondersteuner bij het dak- en thuislozenteam in Amsterdam. Met zijn kennis en expertise op gebied van contact maken en plaatsing van de dak- en thuislozen versterkt hij onze organisatie elke week opnieuw.

*naam is bekend bij redactie


Bij MEE wordt er veel gedaan
Bas heeft altijd met de doelgroep dak- en thuislozen gewerkt. Op zijn negentiende begon hij bij HVO Querido. Daarna heeft hij heel kort bij Jellinek gewerkt, maar dit paste niet helemaal bij hem. ‘Ik zocht iets anders, een organisatie waarin je meer mogelijk kan maken. Toen vond ik MEE, een platte organisatie met open communicatie en korte lijntjes – hier kan veel gedaan worden.’


Complexe problematiek
Bas is geïnteresseerd in psychiatrie – en uiteraard ook, hoe je een cliënt het best kunt ondersteunen hierin. Dit is niet altijd eenvoudig. Het werken met dak- en thuislozen brengt veel uitdagingen met zich mee: ‘Elke dak- of thuisloze cliënt heeft tot op een bepaalde hoogte trauma meegemaakt. In 80 tot 90 procent van de gevallen is er een bepaalde vorm van misbruik geweest in de jeugd of daarna, heb ik gemerkt vanuit mijn eigen ervaring met mijn cliënten.’ En volgens hem loop je dan ook nog de nodige extra trauma’s en stoornissen op door een leven op straat. Door hun constante ‘overlevingsstand’, is het soms lastig om contact te krijgen met hen. Los van de trauma’s en psychische stoornissen die cliënten ontwikkelen, blijkt het ook erg lastig om deze mensen bij een opvang te plaatsen. ‘Er zijn ontzettend veel afwijzingsgronden. Het gebeurt vaak dat er een aanvraag van een cliënt afgewezen wordt en wij weer aan de slag moeten met een ander plan van aanpak.’


‘Het gebeurt regelmatig dat ouders hun kinderen – zonder dat er wat mis is met ze - uit huis trappen nadat zij 18 jaar zijn geworden, want dan ontvangen de ouders geen toeslagen meer.’


Jeugdige cliënten
Bas werkt regelmatig met jeugdige cliënten die op straat zijn komen te staan. Het lijkt dat hierin een stijging te zien is. ‘Wat opvalt is dat de wachtlijsten overal langer worden. Daarbij is het positieve nieuws dat wij bij andere organisaties steeds bekender worden en er dus ook meer cliënten bij ons worden aangemeld voor hulp.’ Hij benadrukt dat niet al deze jongvolwassenen al jaren op straat leefden: ‘Het gebeurt regelmatig dat ouders hun kinderen – zonder dat er wat mis is met ze - uit huis trappen nadat zij 18 jaar zijn geworden, want dan ontvangen de ouders geen toeslagen meer.’


Positieve aandacht

Op de vraag wat MEE voor deze jeugdige cliënten kan doen om ze weer op het juiste pad te brengen, heeft Bas meerdere antwoorden: ‘In een gesprek is het belangrijk dat je in eerste instantie goed luistert met een open houding. Daarnaast is het essentieel om een veilig gevoel te creëren bij de cliënt. Bedenk niet van tevoren een script, want dat hebben ze zo door.’ Bas voegt toe: wees ook duidelijk en direct over wat je wel en niet kunt bieden – creëer geen valse hoop. Een ander cruciaal onderdeel van het gesprek, is het geven van positieve aandacht. ‘Positieve aandacht is erg belangrijk, dat zijn mijn jeugdige cliënten heel vaak niet gewend. Samen kunnen de cliënt en ik uitkijken naar de leuke dingen, naar een betere toekomst.’


‘Ze was diep in de mensenhandel beland en werd het hele land doorgesluisd – van loverboy naar loverboy.’


Bas' succesverhaal
Bas' succesverhaal begint bij een jonge meid van 18. Ze kwam helemaal verwilderd bij hem binnen en had inmiddels al drie hulpverleners ‘versleten’ in een halfjaar. ‘Ze was erg manipulatief in de omgang. Dit was overigens een overlevingsmechanisme voor alles wat ze tot nu toe had meegemaakt. Ze was diep in de mensenhandel beland en werd het hele land doorgesluisd – van loverboy naar loverboy.’


In de omgang kon ze agressief zijn, vertelt Bas. Ze was niet op haar mondje gevallen. Langzamerhand bouwde hij een band met haar op. Door strakke grenzen werd het contact met haar beter. ‘Een regel was bijvoorbeeld dat we het niet over financiën gingen hebben, want als je haar een vinger geeft, trekt ze je hele arm eraf. Dus soms als we belden en ze begon weer over financiën zei ik: ‘Of we gaan het ergens anders over hebben, anders hang ik nu op.’ Die strakke grenzen kon ze wel waarderen.’


Na een lang proces is het gelukt om haar in een opvang te plaatsen en gaat het goed met haar. Ze zit binnen en is nog steeds veilig. ‘Na afsluiting van ons traject, belde ze nog weleens. Dan vroeg ze bijvoorbeeld: ‘Ik krijg nu een appje van die en die, wat vind jij hiervan? Moet ik hierop reageren of niet?’ Voor haar is het ontzettend lastig om te bepalen welk contact wel en niet goed is, omdat ze dit nooit heeft geleerd. Ook niet vanuit haar familie.’ Het gaat met vallen en opstaan, maar het gaat goed met haar volgens Bas: ‘Ze wilde zelf ook graag in een opvang geplaatst worden en haar leven beteren. Dat ze daar zelf achterstaat is het allerbelangrijkst.’