Filip Ostojic: ‘Mijn haar bleken was de eerste stap naar zelfontdekking’
Homo zijn in Nederland wordt nog enigszins getolereerd, als jij je vriend maar geen zoen geeft in het openbaar. Als jij je als een vrouw voelt in een mannenlichaam, kan dat, maar kun je het maar beter niet openlijk laten zien. Taboes op het gebied van gender en seksualiteit zijn er genoeg. De 20-jarige Filip Ostojic lapt deze sociale normen aan zijn laars en is open over zijn eigen identiteit: hij is homoseksueel, non-binair, activist en houdt zich bezig met de dragcultuur. Filip vertelt zijn persoonlijke levensverhaal.
‘Op mijn vierde werd er al gezegd dat ik genderdisforie had. Dat houdt in dat jij je niet zoals je biologische geslacht voelt, maar zoals het tegenovergesteld geslacht. Vanaf die leeftijd wilde ik al geen jongen meer zijn. Ik verkleedde me vroeger als meisje en droeg bijvoorbeeld pruiken thuis. Ik heb ergens gelezen dat als genderdisforie tussen je twaalfde en veertiende nog steeds aanhoudt, de kans groot is dat je transgender bent. Bij mij, in de tussenfase rond twaalf tot achttien, wist ik nog helemaal niet wie ik was. Ik was vooral bezig met in het profiel passen en ‘mannelijk genoeg zijn.
‘Ik was vooral bezig met in het profiel passen en ‘mannelijk genoeg zijn.’
Uit de kast komen voor mij was niet zo’n big deal omdat het al verwacht werd. Op de middelbare school waar ik op zat werd elke jongen die homo was gepest. Ik had er eerst niet zoveel last van, totdat ik mijn haar ging bleken. Het pesten werd zodanig erg dat ik van school ben gewisseld, dat is mijn redding geweest. Voor taboes doorbreken moet je wel de ruimte krijgen. De stappen die ik heb gemaakt gingen heel geleidelijk, mijn haar bleken was de eerste stap naar zelfontdekking. Vervolgens wisselde ik van school en daar kreeg ik meer ruimte om mijn kledingstijl te ontwikkelen. Wat ik toen deed was veel simpeler dan hoe ik mij nu kleedt, maar toch voelde dat voor mij voelde als een grote stap. In het begin legde ik nog wel onbewust druk op mezelf, dat mijn kledingstijl wel mannelijk genoeg moest zijn. Ik deed onbewust mee aan de toxic masculinity.
Toen ik mijn diploma gehaald had, ging ik mezelf compleet ontwikkelen. Ik kwam in de dragscene en het uitgaansleven terecht en kreeg gewoon steeds meer schijt. Ik omarm mijn vrouwelijke kant nu steeds meer. Sinds een jaar nu definieer ik mezelf als non-binair. Mijn ouders hebben me altijd wel gesteund. Mijn vader heeft er niet echt een mening over, ik denk dat hij het ook niet helemaal begrijpt. Hij is een simpele Balkanman die zich totaal niet bezighoudt met de media, popcultuur of iets in die richting. Hij ziet altijd gewoon zijn zoon, wat ik ook draag of waar ik ook heenga. Grappig genoeg was mijn vader altijd degene die barbies en jurken voor me kocht. Mijn moeder had daar meer moeite mee. Toen ik uit de kast kwam, was haar eerste reactie: ‘Thank God dat je niet transgender bent.’ Niet omdat ze het niet zou accepteren, maar vanwege alle ellende waar je als transgender doorheen moet. Als ik nu vrouwelijk gekleed naar beneden kom kan ze er wel beter mee omgaan en lacht ze erom, maar ze vindt het toch altijd nog een beetje eng merk ik.
'Ik kan alle kanten op die ik wil, zonder maatschappelijke druk te voelen om een volmaakt man of vrouw te zijn.'
Als non-binair persoon voel ik zowel man als vrouw, maar tegelijkertijd ook beide niet. Ik moet nu wel eerlijk zeggen dat ik altijd wel meer vrouwelijk voel dan mannelijk. Als ik als vrouw wordt aangesproken vind ik het niet erg, maar als ik als man aangesproken wordt vind ik het wel erg. Ik moet nog steeds ondervinden hoe ik mij nou precies voel. Ik ben biologisch wel gewoon man en ben content met mijn mannelijk lichaam, maar als iemand mij een man noemt, voel ik me niet aangesproken. Het enige waar ik moeite mee heb qua het mannelijk lichaam is dat ik best harig ben. Verder voel ik me ook niet heel prettig in een mannen wc of binnen een groep mannen. Dus in dat opzicht voel ik mij niet echt verbonden met mijn biologische gender. Toen ik als queer (hetzelfde als non-binair) uit de kast kwam voelde ik me heel vrij en nu nog steeds. Ik kan alle kanten op die ik wil, zonder maatschappelijke druk te voelen om een volmaakt man of vrouw te zijn.
Als queer-zijnde heb ik altijd al gehad dat ik me wilde verzetten tegen de sociale regels binnen de maatschappij. Maar het begon allemaal met het feit dat mijn ouders vluchtelingen zijn geweest. Dit kwam een tijd lang negatief in het nieuws en dat vond ik niet kunnen. Ik wilde deze ervaring van onrecht delen met de wereld, vanaf daar ben ik me gaan inleven in veel meer andere minderheden en ben ik zo mijn activisme gaan verbreden.
Zo heb ik me een tijd lang ook veel bezig gehouden met de dragcultuur en ben ik ook een tijdje dragqueen geweest. Een babyqueen noem je dat, iemand die net begint met drag. De eerste keer een pruik op mijn hoofd was magisch. De eerste keer dat ik in drag naar buiten ging daarentegen, was ik wel heel onzeker. Ik ben van mezelf geen angstig persoon, maar toen ik als mezelf als dragqueen neerzette vond ik het eng. De lat is heel hoog gelegd in de Amsterdamse dragscene, er wordt veel gepraat en veroordeeld vanuit de community zelf. Je moet een hele dikke huid kweken wil je ver komen, dat is ook de reden dat ik met drag gestopt ben. Die dikke huid heb ik op dit moment niet.
‘Ik ben van mezelf geen angstig persoon, maar toen ik mezelf als dragqueen neerzette vond ik het eng.’
Wat mij altijd heel erg geholpen heeft bij zelfontwikkeling en uiteindelijk zelferkenning is mijn omgeving. Als jij je niet veilig of op je gemak voelt in je eigen omgeving, wordt ontwikkelen lastig. Zoals ik had binnen de dragscene. Ik heb geleerd om mezelf te omringen met mensen die me dat veilige gevoel geven en daarnaast lekker mijn eigen pad te bewandelen. Want ook dit verhaal van mij is nog niet af, het is allemaal een proces. Ik probeer mezelf zoveel mogelijk los te koppelen van de verwachtingen binnen de samenleving. Je hoeft namelijk niet te voldoen aan de maatschappelijke normen.’
---------------
